Verschillen tussen school vroeger en nu

Tegenwoordig gaat het op school allemaal anders dan vroeger. Zelfs met tien jaar geleden zijn er al veel grote verschillen. Er wordt gebruik gemaakt van nieuwe technologieën en alles verandert elk jaar een beetje meer. Maar wat zijn precies die verschillen? Welke verschillen zijn er tussen het onderwijs van vroeger en het onderwijs nu?

Verschillende manieren om dingen op te schrijven

De verschillende kantoorartikelen waarmee geschreven wordt, zijn erg veranderd. Heel lang geleden hadden mensen op school een lei en een griffel. De lei was een plankje gemaakt van een soort van steen met een houten lijst er omheen, en een griffel was een soort krijtje waarmee je kon schrijven. Met een doek kon je je plankje veer schoonvegen. Later schreven leerlingen met een kroontjespen en een potje inkt, en nog later kregen ze allemaal een vulpen, een potlood of zelfs een balpen. Tegenwoordig worden er zelfs laptops en iPads uitgedeeld om daar op te schrijven.

Het gebruik van boeken

Vroeger had je per vak één of misschien meerdere boeken. Tegenwoordig gaat alles online. Je maakt online huiswerk en opdrachten en kijkt bijvoorbeeld video’s als hulp. Vroeger kon dat zeker niet, toen moest je alles gewoon uit het boek maken en alles met de hand opschrijven. De iPad in het onderwijs wordt steeds populairder. Vroeger was dat haast niet voor te stellen.

Verschillende soorten workshops

Vroeger had je misschien wel eens een workshop over bijvoorbeeld schilderen, toneelspelen of knutselen. Allemaal heel simpel en makkelijk. Nu is alles helemaal echt anders. Er worden workshops gegeven over bijvoorbeeld vloggen, virtual reality, animatie of leren werken met een 3D printer. Nu zijn dat hele bekende begrippen, maar vroeger bestond dit niet en had ook niemand geweten wat het was als je het gezegd had.

Les in talen

Eerder kreeg je alleen Nederlands op school. Op de basisschool wordt nu al erg vroeg begonnen met lessen Engels, terwijl dat vroeger pas begon op de middelbare school (of zelfs helemaal niet). Daarnaast krijg je bijvoorbeeld Spaans, Latijns, Grieks, Frans en/of Duits. Het is nu dan ook heel normaal als je meerdere talen kunt spreken. Vroeger was dat niet zo vanzelfsprekend en was het al bijzonder in Nederland als je wat Engels kon spreken. Je kan het je haast niet voorstellen, hè?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.